Hondenziekte (ziekte van Carré)
Wanneer een ziekte vernoemd wordt naar het dier waar het bij voorkomt, weet je dat het veelvoorkomend en ernstig is. Zo bestaat er onder honden de hondenziekte, ook wel ziekte van Carré genoemd. Hondenziekte is erg besmettelijk en mag met recht gevreesd worden. Gelukkig worden honden er vaak tegen gevaccineerd, waardoor grootschalige uitbraken van de ziekte niet meer zoveel voorkomen. Toch zijn er nog steeds besmettingen bij zowel individuele honden als bij kennels. De ziekte kan een hond fataal worden.
Hoe wordt hondenziekte veroorzaakt?
Hondenziekte wordt veroorzaakt door een virus dat nauw verwant is aan het ons mensen bekende mazelenvirus. Hoewel de ziekte naar de hond vernoemd is, komt hij ook voor bij vossen en fretten. De ziekte wordt doorgaans overgebracht door direct contact tussen een geïnfecteerde hond en gezonde hond. Dit gebeurt door afscheiding uit de neus en de ogen bij de besmette hond waarin het virus aanwezig is. Het virus kan hierdoor ook in de lucht komen en via kleding van mensen verspreid worden, hoewel het buiten de gastheer minder goed overleeft. Bij honden die zich in een groep begeven, vindt verspreiding van de ziekte snel plaats. Het risico hierop is het grootst in kennels en bij hondenshows. Om deze reden wordt vaccinatie verplicht gesteld voor beide situaties. Een hond die besmet is met het virus maar het wel overleeft, kunnen maandenlang het virus blijven uitscheiden.
Wat zijn de symptomen van hondenziekte?
In de eerste dagen na de besmetting is het voornaamste symptoom koorts. Deze koorts houdt in eerste instantie slechts kort aan, maar komt daarna alweer snel terug. Dan duurt hij langer en komen de andere symptomen om de hoek kijken. Is je hond in het verleden gevaccineerd, dan zal hij enkel lichte verschijnselen tonen. Dat kan ook komen doordat de hond antistoffen van de moeder heeft geërfd. De lichte verschijnselen zijn hangerigheid, met eventueel ook nog hoesten en uitscheiding uit de neus en ogen. Omdat deze verschijnselen soms niet direct tot alertheid bij de eigenaar leiden, gebeurt het juist vaak dat honden met een lichte besmetting andere honden besmetten. In ernstigere gevallen van besmetting krijg de hond last van de luchtweg. Hij krijgt dan moeite met ademhalen, gaat hoesten en er komt uitscheiding uit zijn neus. Het is mogelijk dat er ook een longontsteking ontstaat. Naast luchtwegproblemen, kan er ook maagdarmontsteking ontstaan. Dit uit zich vaak ook in braken en diarree. Daarnaast kan de hond ontstekingen op de huid krijgen, waarbij de huid op de neus en de kussentjes van de zolen droog en hard worden. De ogen van de hond kunnen gaan tranen. In het ergste geval wordt ook het zenuwstelsel van de hond aangedaan. Daarbij kunnen spierspasmen optreden en kunnen ledematen verlamd raken. Dat gaat soms gepaard met een piepende hoest, die ook veroorzaakt wordt door het beschadigen van het zenuwstelsel. Wees extra alert op deze verschijnselen, want juist bij problemen aan zenuwstelsel kan de ziekte ongemerkt verder intreden.
Hoe wordt de diagnose hondenziekte gesteld?
Hondenziekte is meestal niet moeilijk vast te stellen. Wanneer je met je hond op consult gaat bij je dierenarts, kan deze op basis van de symptomen de conclusie trekken dat je hond besmet is met het virus dat hondenziekte veroorzaakt. In enkele geven de symptomen niet direct uitsluitsel. In dat geval kan de dierenarts een monster nemen van de uitscheiding van de neus of het oog, of een bloedmonster waarmee de diagnose gesteld kan worden. Geen van deze tests geeft overigens volledig uitsluitsel.
Hoe wordt hondenziekte behandeld?
Het is niet mogelijk om de hond te behandelen tegen het virus dat hondenziekte veroorzaakt. Is er sprake van een secundaire bacteriële infectie, zoals bij een longontsteking die ontstaat als gevolg van de symptomen van hondenziekte, dan is behandeling wel mogelijk. Tegen de symptomen van hondenziekte is behandeling noodzakelijk. Dat gebeurt met verschillende acties. Er wordt een antibioticakuur gestart, waarmee bacteriële infecties aangepakt worden. De hond krijg ook medicatie om eventuele diarree, hoesten of braken te behandelen. Daarnaast is verpleging noodzakelijk om de afscheiding en bijkomstig vuil uit de neus en de ogen te verwijderen. Ook worden doorligplekken voorkomen door gerichte verpleging. Verder krijgt de hond pijnstillers en onstekingsremmers en ondersteuning die hem aanmoedigt voldoende te eten en te drinken. Het is helaas niet zo dat behandeling altijd succesvol is. In het ergste geval overlijdt de hond aan de gevolgen van de ziekte.
Hoe kan ik een besmetting met hondenziekte voorkomen?
In de primaire vaccinatie die honden krijgen wanneer ze nog puppy zijn zit ook een component tegen hondenziekte. Ook in latere ‘boostervaccinaties’ zit doorgaans datzelfde component. Dit is de voornaamste vorm van preventie. Gaat je hond naar een kennel of hondenshow, dan ben je verplicht hem in te enten voor zijn eigen veiligheid en die van andere honden. Om verspreiding van hondenziekte te voorkomen, moet je een besmette hond of een hond die contact gehad heeft met een besmette hond uit de buurt houden van andere honden. Ook hygiënische maatregelen zijn noodzakelijk. De leefomgeving moet gedesinfecteerd worden, evenals de handen van mensen die met de honden in aanraking komen. Ook moet kleding na contact met een besmette hond goed gewassen worden.
Is een dierenverzekering handig?
Wanneer je hond besmet raakt met hondenziekte, kan je tegen hoge dierenartskosten oplopen. De behandeling van deze ziekte vergt een pakket aan maatregelen. Om deze kosten te spreiden, kun je nu al een dierenverzekering afsluiten. Dan betaal je een maandelijkse premie en kun je de dierenartsrekeningen (ten dele) vergoed krijgen wanneer je ze indient bij de verzekeraar.