Kattenziekte: dodelijk en erg besmettelijk
Het is al niet erg opbeurend om te constateren dat er een ziekte bestaat die ‘kattenziekte’ genoemd wordt, en al veel minder dat het om een gevaarlijk ziekte gaat. Het gaat om Feline infectieuze enteritis (FIE), een zeer besmettelijk en vooral ook dodelijk parvovirus. Het virus staat ook bekend als feline panleukopenievirus, omdat na besmetting met dit virus een sterke daling van witte bloedcellen optreedt. Er een hoog sterftecijfer, in het bijzonder bij niet gevaccineerde kittens. Heeft je kat de ziekte opgelopen, dan is genezing naar alle waarschijnlijkheid niet meer mogelijk. Daarom is voorkomen van groot belang. We vertellen je meer over de kattenziekte.
Oorzaak van kattenziekte
De boosdoener bij FIE is een stug parvovirus dat lang (tot een jaar) kan overleven. Dit virus nestels zich in het spijsverteringskanaal en het beenmerg, en vermeerdert zich. Het wordt uitgescheiden in urine, ontlasting en andere lichaamsvloeistoffen en is dan erg besmettelijk bij direct contact én bij blootstelling aan een besmette omgeving. Opname van het virus geschied via de mond. Pas dus op voor contact met de slaapplaats, etensbak en andere plekken die door de geïnfecteerde kat gebruikt en zijn, en teven met contact met personen die hier geweest zijn en/of direct contact hebben gehad.
Symptomen van kattenziekte
Het is van groot belang om de symptomen van FIE in de gaten te houden. Ook als jouw kat niet meer gered kan worden, kan leed bij andere katten voorkomen worden door de besmette kat in quarantaine te zetten. Verschijnselen die je kunt waarnemen bij een besmetting met FIE zijn braken en diarree, waarbij mogelijk ook bloed mee kan komen. Koorts is ook een teken, evenals extreme sloomheid en verminderde eetlust. Deze symptomen leiden dan vaak ook tot uitdroging en bloedarmoede. Door een daling van het aantal witte bloedcellen wordt ook het beenmerg aangetast.
Hoe raakt een kat geïnfecteerd met FIE?
Je kat kan op twee manieren besmet raken met FIE. Direct contact tussen de mond van de kat en de poep van een besmette kat is één manier. Dit kan dus ook gebeuren wanneer je kat zich wast en er wat ontlasting van een besmette kat op zijn vacht is achtergebleven. Het virus kan ook indirect worden verspreid. Denk hierbij aan contact met objecten waar de besmette kat mee in aanraking is geweest, bijvoorbeeld voerbakken, kammen, kleedjes en vloeren, maar ook kleding en handen.
Hoe wordt de diagnose FIE gesteld?
Om FIE te constateren, kunnen laboratoriumtest worden uitgevoerd met kleine hoeveelheden ontlasting van de zieke kat. Het is ook mogelijk twee bloedmonsters die een aantal weken na elkaar afgenomen zijn te vergelijken. Het is echter verstandiger om er zo snel mogelijk bij te zijn.
Kittens
Voor ongevaccineerde kittens is de ziekte snel fataal, omdat zij erg kwetsbaar zijn. Is hun moeder tijdens de dracht geïnfecteerd geraakt met FIE, dan kan dit zorgen voor hersenschade bij de kittens. Overleven ze de dracht, dan worden zij ernstig gehandicapt geboren met nadrukkelijke coördinatieproblemen.
Omgaan met besmette kat
Is je kat geïnfecteerd met het parvovirus, dan moet hij in quarantaine worden geplaatst. Zo min mogelijk mensen moeten met hem in contact komen. Deze moeten beschermende kleding dragen en de handen goed wassen na contact met de kat en zijn omgeving. Zij moeten ook het aanraken van andere katten laten.
Behandeling bij kattenziekte
Veel meer dan symptoombestrijding is niet mogelijk bij FIE. Een agressieve en vroege behandeling is noodzakelijk. Opname is daarbij doorgaans noodzakelijk. Antibiotica kan gebruikt worden om secundaire infecties te onderdrukken. De geïnfecteerde kat zal ook met een infuus vocht toegediend moeten krijgen om uitdroging tegen te gaan. Om bloedarmoede en dalende concentraties van witte bloedcellen te bestrijden kunnen voedingssupplementen of zelfs bloedtransfusies worden gegeven. Ook kunnen antibraakmiddelen worden gegeven. Afzondering van andere katten is noodzakelijk, evenals strikte hygiënemaatregelen. Speciale desinfectans is nodig om verdere besmetting te voorkomen.
Kattenziekte voorkomen
Het vaccineren van je kater of poes kan zijn of haar leven redden. Een garantie is het niet, maar preventie is alles wat je kunt doen tegen de ziekte. De kat moet op een zo jong mogelijke leeftijd gevaccineerd worden. Let op: is je kat drachtig, dan mag deze absoluut geen levend vaccin krijgen toegediend, omdat hiermee de eerder genoemde hersenschade ook bij de moeder kan ontstaan. Het voorkomen van verspreiding van kattenziekte is ook een zaak van de omgeving. Katten moeten regelmatig gevaccineerd worden. Het is goed om met andere katteneigenaren in de omgeving vinger aan de pols te houden hierover.